Spring- en doodtij
Als
de zon en de maan als het ware in elkaars verlengde staan ten opzichte
van de aarde, dan bundelen zij hun krachten en trekken meer water aan.
Dit noemen we springtij. Het niveau van het water is dan bij hoogwater
hoger en bij laagwater lager. De maan en de zon kunnen elkaar ook tegenwerken.
Dat gebeurt als de twee hemellichamen haaks op elkaar staan. Er wordt
dan van twee verschillende kanten aan het water getrokken, met als gevolg
dat het water veel minder stijgt dan gemiddeld. Dit verschijnsel noemen
we doodtij.
Springtij komt twee maal per maansmaand (van 29,53 dagen) voor. Je zou
verwachten dat het springtij is bij volle maan en bij nieuwe maan. Het
blijkt echter twee dagen later te vallen. Hoe dat komt wordt uitgelegd
in een later scherm.
De maansbaan staat in het algemeen onder een bepaalde hoek ten opzichte
van de aardbaan om de zon. Hierdoor staan de zon, aarde en maan vrijwel
nooit echt op één lijn. Als dit wel het geval is, dan doet zich een maans-
of zonsverduistering voor.
Het zonsgetij,
met een periode van 12 uur, haalt het maansgetij, met een periode van
12 uur en 25 minuten, voortdurend in. Dit zorgt ervoor, dat het maansgetij
last krijgt van een zweving: het wordt periodiek versterkt en verzwakt.
Het heeft tevens een effect op de timing van het getij. Tijdens springtij
en doodtij heeft het zonsgetij een vervroegend effect op het getij, tussen
doodtij en springtij een vertragend effect.

|
|